De papegaaienziekte (psittacose) is momenteel volop in het nieuws, maar sinds april van dit jaar zijn er eigenlijk geen nieuwe ontwikkelingen op het gebied van deze zoönose, laat de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) weten. De faculteit Diergeneeskunde in Utrecht vindt dat er sowieso meer aandacht moet komen voor de papegaaienziekte. Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) wil onderzoek doen naar het vóórkomen van de ziekte op pluimveebedrijven.
Volgens dierenarts en Europees vogelspecialist dr. J. T. Lumeij van de Utrechtse faculteit lopen er in Nederland meer mensen een infectie op met papegaaienziekte (met mogelijk dodelijke afloop) dan met de veteranenziekte (legionellose), terwijl voor die laatste veel meer (politieke) aandacht is. “Elke voor het publiek toegankelijke waterleiding lijkt gecontroleerd te worden, terwijl papegaaien uit een willekeurige dierenwinkel, die een besmettingskans van 10 procent hebben, zonder enige controle mogen worden verhandeld”, aldus Lumeij.
Vogelbeurs
In april werd een aantal mensen ernstig ziek door de papegaaienziekte na een bezoek aan een vogelbeurs in Zwolle. Het onderzoek hiernaar is al enige tijd afgerond, aldus de NVWA. De ziekte kwam afgelopen dagen weer in het nieuws door een interview in een regionaal dagblad met een bezoeker aan de vogelbeurs die ernstig ziek was geworden door besmetting met de papegaaienziekte.
De GGD IJsselland besteedde naar aanleiding van de berichtgeving deze week in haar nieuwsbrief aandacht aan de papegaaienziekte en benadrukte dat mensen die ziek zijn én met vogels in aanraking zijn geweest, dit aan de arts te vertellen. Op die manier kan sneller worden vastgesteld of het om de papegaaienziekte gaat.
‘Ondergediagnosticeerd’
Milde gevallen van de papegaaienziekte lijken op griep, gaan vanzelf over en blijven daardoor vaak onopgemerkt. Maar de ziekte kan dus ernstig uitpakken. Vaak is niet bekend waar de ziekte vandaan komt. Dierenartsen van de faculteit Diergeneeskunde komen de ziekte regelmatig tegen bij hobbyvogels. Ook personen die professioneel met pluimvee in contact komen, kunnen de ziekte oplopen. Dit is genoegzaam bekend uit onderzoek dat in het buitenland is verricht en waarbij in sommige gevallen meer dan 60 procent van de onderzochte personen serologisch positief bleken.
“Psittacose wordt zwaar ondergediagnostiseerd en de ernst van de ziekte is nog niet doorgedrongen tot de politiek”, zegt Lumeij van de faculteit. Hij vindt dat er onder meer een verplichte registratie, een soort I&R-systeem, zou moeten komen voor het verhandelen van vogels. “Nu komt het voor dat op het moment dat de ziekte is vastgesteld in het laboratorium, de vogel alweer is doorverkocht en niet meer traceerbaar is.”
De papegaaienziekte is goed behandelbaar, weet Lumeij. “Personen die recent contact hebben gehad met vreemde vogels en griepachtige verschijnselen hebben, zouden moeten worden onderzocht op psittacose. De PCR van longslijm is momenteel de snelste methode. Het serologisch onderzoek geeft pas na enkele weken een bevestiging van een besmetting. Als iemand besmet is, kan deze persoon met tetracycline worden behandeld.”
Professioneel pluimvee
Het Centraal Veterinair Instituut (CVI) wil een onderzoek instellen naar het vóórkomen van papegaaienziekte bij professioneel pluimvee. Hiertoe heeft het CVI samen met onder meer het RIVM een financieringsaanvraag gedaan bij ZonMw.
Of de bacterie Clamydia psittaci, die de papegaaienziekte veroorzaakt, voorkomt op professionele pluimveebedrijven in Nederland is momenteel onduidelijk, volgens het CVI. Het zou vooral een humaan probleem zijn. Maar er is wel een potentieel risico en daarom is er behoefte aan nader onderzoek, aldus het CVI.
Papegaaienziekte – Dierziekten-ABC
