GD: voer geen verse mais aan melkvee

De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) adviseert melkveehouders om geen verse mais te voeren aan melkkoeien. Door het voeren van een grotere hoeveelheid verse mais kunnen verteringsproblemen ontstaan die zich uiten in onder meer te dunne mest en melkproductiedaling.
Verse mais bevat een grotere hoeveelheid suikers dan goed geconserveerde mais en koeien vreten deze mais vaak goed (meer opname). Daarnaast is het meer broeigevoelig dan goed geconserveerde mais. De GD adviseert daarom om verse mais de eerste vier tot zes weken na inkuilen niet te voeren. Na die periode is een maiskuil meestal goed geconserveerd.
Als er toch eerder begonnen wordt met het voeren van verse mais, zijn voor melkveehouders de volgende aandachtspunten belangrijk: een beperkte gift, de hoeveelheid langzaam opvoeren, voldoende structuurwaarde in het totale rantsoen, een verminderde hoeveelheid andere suikerrijke producten en het voorkomen van broei van de kuil.