De GGD’s constateren een toename van besmettingen van mensen met de ziekte van Weil. De GGD Friesland heeft in 2014 in totaal 13 meldingen van de ziekte van Weil ontvangen, normaal gesproken zijn het er twee tot vier per jaar. In heel Nederland zijn er dit jaar twee keer zoveel meldingen geweest als normaal.
GGD Friesland adviseert mensen die griepachtige verschijnselen krijgen na intensief contact met oppervlaktewater of ratten direct naar de huisarts te gaan. Als tijdig wordt behandeld met antibiotica, herstelt de patiënt meestal volledig.
Bruine rat belangrijkste verspreider
De belangrijkste verpreider van de ziekte van Weil is de bruine rat, maar ook muskusratten en enkele muizensoorten kunnen de ziekte overbrengen. De infectie ontstaat door contact met oppervlaktewater dat met urine van deze dieren is besmet of via intensief contact met besmette dieren. De infectie komt via wondjes het lichaam binnen. De ziekte heeft veel weg van griep: hoge koorts, rillingen, rode ogen, braken, spierpijn met name in de kuiten. En sommige patiënten hebben daarbij ernstige hoofdpijn en/of geelzucht.
Boeren extra gewaarschuwd
GGD Friesland denkt dat de toename van het aantal humane ziektegevallen te maken heeft met een toename van het aantal bruine rattenplagen in Nederland. “Maar hard bewijs daarvoor hebben wij nog niet”, aldus de GGD-woordvoerder. De 13 Friese ziektegevallen betreffen in meerdere mate recreanten en in mindere mate agrariërs. Desondanks wordt de laatste groep extra geattendeerd op het besmettingsgevaar door contact met oppervlaktewater. “Wij waarschuwen boeren omdat deze beroepsgroep erom bekend staat dat zij in het algemeen weinig aandacht besteedt aan wondjes. Boeren zouden wondjes zorgvuldig moeten behandelen”, benadrukt de GGD-woordvoerder.
Meer informatie over de ziekte van Weil is te vinden op de website van het RIVM.