99 procent van de Belgische runderen is BVD-vrij. Dat meldt VILT, het Vlaams Infocentrum voor land- en tuinbouw. Sinds 1 januari loopt het bestrijdingprogramma voor BVD waarmee de sector de ziekte probeert uit te roeien.
Sinds 1 januari 2015 is het in België verplicht om pasgeboren kalveren te bemonsteren voor een BVD-onderzoek. Op basis van dat onderzoek krijgen de kalveren een ‘IPI statuut’. IPI is immunotolerant, persistent geïnfecteerd. Kalveren waarbij het virus niet werd vastgesteld, krijgen een ‘IPI-vrij statuut door onderzoek’. Moederdieren van die kalveren krijgen een ‘IPI-vrij’ statuut door afstamming’. Kalveren die wel drager zijn van het virus worden met een IPI-statuut gelabeld. Hun moederdieren krijgen het ‘IPI-verdacht’ statuut.
Van alle onderzochte kalveren in België kregen 90.529 stuks (53%) het ‘IPI-vrij statuut door onderzoek’. 79.477 moederdieren (46%) kregen het statuut ‘IPI-vrij door afstamming’. Bij ruim 870 kalveren werd BVD vastgesteld en zij kregen dus een ‘IPI statuut’. De moederdieren van deze BVD-kalveren kregen het ‘IPI-verdacht’ statuut. Eind januari werden er in Vlaanderen 114 ‘IPI-verdachte’ moederdieren getest via bloedafname door de bedrijfsdierenarts. Zeven ‘IPI-verdachte’ moederdieren testten positief en kregen vervolgens net als hun IPI-kalf een ‘IPI statuut’.
Nieuws | Rundvee