Dierenartsen zouden het voortouw moeten nemen in de bestrijding van bloedluizen in de pluimveehouderij. Gezien de grote schade die deze parasiet toebrengt aan kippen, moeten ze de bestrijding ervan niet overlaten aan voervoorlichters en handelaren in bestrijdingsmiddelen. Dat zegt Domien Leemans, directeur van DGW Pharma Animal Health in vakblad Veearts.
Uit cijfers van Wageningen UR blijkt dat zo’n 94 procent van de bedrijven ermee besmet is en de landelijke schadepost wordt begroot op 0,38 euro per hen per jaar. Bloedluizen kosten de legsector dus miljoenen euro’s.
Gezien de grote schade die deze parasiet toebrengt aan het pluimvee, zou Leemans graag zien dat dierenartsen het voortouw nemen in de bestrijding en die niet overlaten aan de voervoorlichters en handelaren in bestrijdingsmiddelen. Dat geldt nog meer nu de bestrijding per 1 juli 2015 verder wordt bemoeilijkt door het wegvallen van de silica als bestrijdingsmiddel. “Bloedluis krijg je slechts onder controle met een consequente aanpak”, aldus Leemans.
Ozon en knoflook
DGW Pharma werkt momenteel aan nieuwe methoden om bloedluizen, maar ook andere hardnekkige infecties, uit de pluimveestal te krijgen. Gewerkt wordt aan een stalontsmettingsmethodiek voor opfokbedrijven met ozon (O3). Vijf dagen achtereen wordt een ozonapparaat, dat O3 maakt uit O2, in de stal gezet. Hiermee lukt het om de bloedluizen in de stal grotendeels (maar net niet allemaal) af te doden.
Ook heeft het bedrijf van Leemans een voederadditief ontwikkeld met aromatische stoffen, waaronder knoflook en citronella, dat door het voer moet worden gemengd om het bloed van de kippen ‘vies’ te laten smaken (1 kg/ton voer). “Wij zien dat de luizen de kippen gaan mijden.”