Dierenartsen en voeradviseurs zouden zich niet alleen moeten richten op het voorkomen van een negatieve energiebalans na afkalven, maar vooral ook op een negatieve eiwitbalans. “Koeien die tijdens de droogstand al kampen met een negatieve eiwitbalans, zijn al veel reserves kwijt bij afkalven en daardoor gevoeliger voor allerlei kwalen in de periode na afkalven.”
Dat stelde Saskia van der Drift, dierenarts en onderzoeker bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), op de studiedag ‘The Vital 90 Days’ van Elanco Animal Health over weerstandsproblemen in de periode rond het afkalven, de transitieperiode.
“Van de negatieve energiebalans en de vetmobilisatie weten we veel”, aldus Van der Drift. Het voermanagement wordt dan ook vooral toegespitst op het voorkomen van een negatieve energiebalans.
Maar de eiwitbalans is volgens Van der Drift net zo belangrijk. “Bij een eiwittekort wordt spierweefsel afgebroken, waardoor belangrijke aminozuren als alanine en glutamine beschikbaar komen voor het dier. Ook komt bij spierafbraak 3-methylhistidine vrij. Dit wordt in het lichaam verder niet gebruikt en is daarmee een goede graadmeter voor het bepalen van de mate van spierafbraak en dus eiwittekort in de koe.”
Koeien moeten dus genoeg eiwit krijgen in de droogstand. Bij een droogstandsrantsoen dat verdund is met stro moet in het bijzonder gelet worden op het eiwitgehalte. Met eiwitrijke producten als soja en raap kunnen deze rantsoenen worden uitgebelanceerd.
Het hele artikel ‘Negatieve eiwitbalans in droogstand onderschat’ staat in vakblad V-focus nr. 6 2015.
Geen categorie | Nieuws | Rundvee