Britse melkveehouders letten nog te weinig op signalen die kreupelheid bij hun melkvee voorspellen. Zouden zij dat wel doen, dan zou kreupelheid op de Britse bedrijven aanzienlijk dalen. Dat meldt vakblad Veehouderij Techniek.
Ruim een jaar geleden bleek uit onderzoek van de universiteit van Nottingham dat er een duidelijk verband bestaat tussen kreupelheid en een lagere conditie- en locomotiescore. Maar melkveehouders in Groot-Brittannië doen nog maar bitter weinig met de uitkomsten van het onderzoek, vindt Jo Huxley, de professor die het onderzoek destijds heeft geleid. “Je zou verwachten dat melkveehouders hun werkwijze zouden veranderen ten aanzien van klauwhoornbeschadigingen. Maar veel melkveehouders houden nog steeds geen locomotie- of conditiescore van hun koppel bij”, zegt hij in het Britse vakblad Farmers Weekly. “Blijkbaar duurt het even voordat de veehouders de voordelen van deze preventieve strategie inzien.”
Door het bijhouden van de conditiescore ben je als veehouder in staat om in een vroeg stadium kreupelheid op te sporen en de progressie van behandelde dieren te volgen, aldus Huxley. Bovendien vertelt de conditiescore niet alleen iets over het risico op kreupelheid, maar ook veel over andere gezondheidskenmerken van de koe.
Vetkussen
Om de klauw te beschermen heeft de koe een vetkussen tussen de zool en het klauwbeen. Zodra de conditiescore van de koe terugloopt, gaat ze haar vetreserves aanspreken en zal ook het vetkussen in de klauw dunner worden. Als gevolg daarvan is de klauw minder goed in staat om de schokken tijdens het lopen op te vangen. Om deze reden zijn de conditie- en locomotiescore een goede indicatie voor (het risico) op kreupelheid.
De professor adviseert om van alle dieren regelmatig de condite te scoren, maar in elk geval bij afkalven, 60 dagen na afkalven, 100 dagen voor het droogzetten en op het moment dat je de koe droog zet. Verder is het belangrijk om snel actie te ondernemen bij koeien die signalen vertonen van verminderde activiteit, ofwel koeien met een locomotiescore tussen 1,0 en 2,0. “Uit ons onderzoek blijkt dat een koe met een locomotiescore van 3 veel minder snel herstelt”, waarschuwt Huxley.
Een derde stap is snel handelen. Dat wil zeggen klauwverzorging volgens de vijfstappenmethode, het gebruik van klauwblokjes bij een koe met een klauwbeschadiging of -ontsteking en de behandeling ondersteunen met een NSAID’s (pijnstillers met een ontstekingsremmer).