Melkveehouders maken nog niet voldoende gebruik van voedingsmaatregelen om klauwproblemen te voorkomen. Dat blijkt uit onderzoek van de Gezondheidsdienst voor Dieren.
De GD heeft in januari een online onderzoek uitgevoerd onder 164 melkveehouders. Als er sprake is van klauwproblemen, kiest 85 procent van de respondenten ervoor om direct te bekappen. Veruit de meeste veehouders zien het belang van snel ingrijpen om erger te voorkomen. 42 procent van de melkveehouders laat zijn koeien minimaal eens in de twee weken door een desinfecterend voetbad lopen.
Voeding
Op het gebied van voeding laten veehouders kansen voor preventie van klauwproblemen volgens de GD nog onbenut. Hoewel ongeveer de helft van de veehouders met de voeradviseur overlegt bij klauwproblemen, zegt 1 op de 5 veehouders bij klauwproblemen het rantsoen aan te passen. Menno Holzhauer, rundveedierenarts bij GD, denkt dat voedingsmaatregelen meer aandacht verdienen: “Klauwproblemen komen nooit uit de lucht vallen. Veel afwijkingen ontwikkelen zich in een periode van maanden. Preventieve maatregelen zijn daarom van groot belang voor een goede klauwgezondheid. Voeding speelt daarbij een heel belangrijke rol. Genoeg biotine, zink en mangaan in het rantsoen zijn belangrijk, dit zorgt voor soepele en sterke klauwen en helpt daarmee klauwproblemen te voorkomen.”
Belang van klauwgezondheid
De ondervraagde melkveehouders vinden een goede klauwgezondheid zeer belangrijk. 91 procent waardeerde het belang van klauwgezondheid met een 8 of hoger, op een schaal van 1 tot 10. Het meest vervelende gevolg van een slechte klauwgezondheid vinden de melkveehouders de pijn die koeien ondervinden: 91 procent geeft aan dit (zeer) onaangenaam voor hun dieren te vinden.