Hittestress verhoogt de kans op onder meer klauwproblemen. Dat meldt de GD. Uit analyse van gegevens uit Digiklauw ziet de GD jaarlijks in het derde kwartaal een piek van met name wittelijnproblemen. Dit kan te maken hebben met het seizoen.
In normale omstandigheden houdt een koe haar lichaamstemperatuur binnen de normale grenzen van 38 tot 39 °C door te zweten en te hijgen. Bij hittestress – bij een temperatuur boven de 20 tot 21 °C hebben koeien al last van de warmte – volstaan deze mechanismen niet meer en moet de koe ook haar eigen warmteproductie beperken. Dit doet ze door minder te bewegen (minder spierarbeid, maar wel meer druk op klauwen) en minder (ruw) voer op te nemen (minder verteringsarbeid). Ook gaat bij warm weer de smakelijkheid van het ruwvoer sneller achteruit. Deze verandering in voeropname heeft direct invloed op de penswerking, en daarmee ook op de eigen biotineproductie. Dit laatste verhoogd het risico op de ontwikkeling van wittelijnproblemen, aldus de GD.
Smakelijk voer, water en soms extra biotine
Om de ruwvoeropname ook bij warm weer op niveau te houden, adviseert de GD het voer smakelijk en fris te houden door meerdere keren kleinere hoeveelheden te voeren, de voergoot regelmatig schoon te maken en de voergang koel te houden. Met warm weer moeten koeien ook overvloedig kunnen beschikken over fris en helder water, liefst op koele plekken.
Ten slotte kan het in een aantal gevallen noodzakelijk zijn om, ter preventie en ter ondersteuning van genezing van niet-infectieuze klauwaandoeningen, extra biotine te verstrekken aan een deel van de koeien.