Het gebruik van antibiotica in de veehouderij is in 2018 gemiddeld genomen licht gedaald, maar de facto bevindt het gebruik zich al enige jaren nagenoeg op hetzelfde niveau. Dat meldt de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). De SDa presenteerde 11 juni het rapport ‘Het gebruik van antibiotica bij landbouwhuisdieren in 2018’ (pdf).
Het antibioticumgebruik in de rundvee- en varkenssector laat ten opzichte van 2017 een zeer geringe daling zien. In de kalver- en kalkoensector is een grotere reductie gerealiseerd en het gebruik van antibiotica in de vleeskuikensector stijgt licht. Het gebruik van antibiotica in de konijnensector fluctueert.
Daling van bijna 64 procent ten opzichte van 2009
Ten opzichte van 2009 is de verkoop van antibiotica voor veterinair gebruik met 63,8 procent afgenomen. Het gebruik van derdekeuzemiddelen, specifiek fluorochinolonen en derde en vierde generatie cefalosporines, is in de gemonitorde diersectoren in 2018 wederom zeer laag.
Aantal bedrijven in actiegebied niet afgenomen
Het merendeel van de bedrijven is in staat gebleken het antibioticumgebruik over een langere periode binnen de streefwaarde te houden. Maar het aantal bedrijven in het actiegebied met een relatief hoog antibioticumgebruik is niet substantieel afgenomen. ‘Dit ondanks de inspanningen van alle betrokkenen’, zo meldt de SDa.
Het bestuur van de SDa dringt er op aan het beleid, dat gezamenlijk wordt vastgesteld om het gebruik van antibiotica te reduceren, daar specifiek op te richten. ‘Juist op deze bedrijven is de meeste winst te behalen en is het risico op het ontstaan van resistentie het grootst. Dit is te meer van belang daar, afgezet tegen de in 2019 ingevoerde nieuwe benchmarkwaarden waarover in 2020 gerapporteerd wordt, het feitelijk aantal bedrijven in het actiegebied groter zal worden’, aldus de SDa.
In de zomer van 2019 zullen ook de nieuwe benchmarkwaarden en de nieuwe benchmarkwaardensystematiek van de dierenartsen bekend worden gemaakt.