Minister Schouten gaat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vragen om de alternatieve veevoermaatregel die de melkveehouders hebben voorgesteld nog door te rekenen. Of het PBL dat kan vóór 1 september, als de regeling zou moeten ingaan, is de vraag. Dat zei Schouten vandaag tegen de NOS.
De Tweede Kamerleden Geurts (CDA) en Harbers (VVD) dienden afgelopen nacht een motie in om de regeling die de melkveesector heeft voorgesteld – 3 procent reductie van het ruw eiwitgehalte in het geleverde mengvoer op sectorniveau ten opzichte van 2018 – te laten doorrekenen door het PBL. Die motie werd aangenomen en de minister heeft nu laten weten het PBL te vragen om de doorrekening uit te voeren.
Veel weerstand
Er is veel weerstand vanuit de melkveesector tegen het plan van de overheid om het eiwitgehalte in krachtvoer voor melk- en jongvee vier maanden, van september tot en met december 2020, te verlagen. Met die regeling wil de overheid de stikstofuitstoot vanuit de melkveehouderij verlagen. De stikstofruimte die daarmee in Nederland vrijkomt, mag vervolgens gebruikt worden voor (woning)bouw, zo heeft de rijksoverheid bedacht.
De regeling van de overheid voor eiwitverlaging in krachtvoer past niet bij de boerenpraktijk, vindt de melkveesector die een alternatief plan voorstelde. Ook dierenartsen zien de maatregel van de overheid niet zitten, want minder eiwitrijk veevoer kan de diergezondheid en het dierenwelzijn schaden. Volgens minister Schouten wordt in de regeling rekening gehouden met diergezondheid en dierenwelzijn.