Dairy Campus in Leeuwarden gaat binnen het project ComKalf de ontwikkeling van 59 vaarskalveren volgen vanaf de geboorte tot melkkoe. Ook de gezondheidsproblemen die zich voordoen bij de kalveren worden bijgehouden.
Het gaat om vaarskalveren die geboren zijn uit koeien die deelnamen aan het project ‘Lactatie op Maat’. Vanuit dat project is veel informatie beschikbaar op het gebied van de energiebalans en metabole status van de moeders van de vaarskalveren op het moment dat ze gedekt werden. Van de nakomelingen wordt de komende jaren zoveel mogelijk informatie verzameld in het dochterproject ComKalf om de invloed van de stofwisseling van moeder te bestuderen op de ontwikkeling van kalf tot melkkoe.
Gewogen en bloed getapt
Vanaf de geboorte worden de kalfjes op Dairy Campus op meerdere momenten tijdens hun ontwikkeling gewogen en wordt er bloed getapt om de stofwisseling van het kalf zelf in kaart te brengen. Ook de gezondheidsproblemen worden nauwkeurig bijgehouden, net als de vruchtbaarheidsgegevens van de pinken, zodra ze die leeftijd bereiken. Als de dieren vervolgens zelf aan de melk komen, worden ze gedurende de eerste 100 dagen van hun eerste lactatie gemonitord qua productie en melksamenstelling.
Kennis over optimale opfok
De kennis over de ontwikkeling van kalf tot koe kan mogelijk bijdragen aan het optimaliseren van het inseminatiemoment voor melkkoeien met het oog op hun toekomstige nageslacht, en levert tegelijkertijd kennis over de optimale opfok van jongvee. Deze informatie is in het belang van een duurzame melkveehouderij, aldus Dairy Campus.
