Diergeneeskundige en dierverzorgende beroepsgroepen worden voorlopig niet toegevoegd aan de lijst van cruciale beroepen. Dat antwoordt minister Schouten van LNV op Kamervragen. De beroepsorganisatie van dierenartsen KNMvD had zich ingespannen om alle dierenartsen op de lijst met cruciale beroepen te krijgen.
De lijst van cruciale beroepsgroepen is tijdens de uitbraak van het coronavirus opgesteld om noodopvang te kunnen bieden voor kinderen van ouders/verzorgers in cruciale beroepsgroepen. Het gaat hier om beroepsgroepen die in de huidige omstandigheden vragen om continue bezetting. Landbouwhuisdierenartsen vallen wel binnen het bereik van de lijst, omdat de gezondheid van dieren binnen de voedselketen niet in het geding mag komen. Maar gezelschapsdierenartsen en dierverzorgende beroepen ontbreken.
‘Zo min mogelijk uitzonderingen’
Volgens minister Schouten is de lijst beperkt gehouden om zo min mogelijk uitzonderingen te maken op de maatregelen. Zo min mogelijk uitzonderingen is “natuurlijk van groot belang om de verspreiding van COVID-19 zo veel mogelijk te kunnen beperken”, schrijft Schouten.
Lokaal oplossingen zoeken
Dat bepaalde beroepen, zoals gezelschapsdierenartsen en dierverzorgers, niet expliciet op de lijst staan, doet volgens minister Schouten niets af aan het grote belang van deze beroepen. Maar hen wordt gevraagd “om zoveel als mogelijk zelf oplossingen te vinden om, binnen de kaders van de COVID-19 maatregelen die gelden, activiteiten toch doorgang te laten vinden. Bij knelpunten is het advies om lokaal oplossingen te zoeken, mede in overleg met werkgever, school en kinderopvang”.
1,5 meter afstand niet werkbaar
Volgens de KNMvD is de overheid bereid om met de dierenartsen te zoeken naar passende oplossingen om noodzakelijke veterinaire zorg beschikbaar te houden. Zo praat de beroepsorganisatie met het ministerie van LNV voor oplossingen voor met name de RIVM-maatregel om 1,5 meter afstand te houden. Deze maatregel blijkt in de praktijk niet werkbaar. Dierenartsen kwamen al met oplossingen daarvoor. “Die zouden door LNV geborgd dienen te worden”, vindt de KNMvD. De KNMvD heeft hierover wekelijks overleg met LNV.