Bij zeugen die geïnsemineerd zijn tussen juni en november kan als gevolg van hittestress een lager afbigpercentage tot 5 procent optreden. Dat meldt Karel Grootaers, dierenarts en productmanager bij Ardol bv.
Bij een stijgende temperatuur loopt de voeropname sneller terug dan de productiecapaciteit van de zeug. Dit geeft aan dat de zeug haar eigen lichaam reserves aanwendt om de productie op peil te houden. Het gevolg is dat de dieren sterk vermagerd uit de kraamstal komen en zodoende slechtere vruchtbaarheidsresultaten behalen in de volgende worp. Ardol onderzocht dat gemiddelde Nederlandse zomertemperaturen het gemiddelde afbigpercentage laat dalen met 1,63 procent, het aantal levend geboren met 0,47 en het aantal gespeende biggen met 0,32. Een dergelijke daling in productie betekent een minimaal financieel verlies van 20 euro per zeug per jaar.
Lokale verkoelingssystemen zijn het meest effectief en daar wordt volgens Grootaers vol op ingezet. Maar Schothorst Feed Research heeft aangetoond dat het effect van hittestress in 2020 groter was dan de voorgaande jaren. De verkoelingssystemen zijn dus niet altijd afdoende. De bezettingsgraad moet dus eventueel verlaagd en drinkwaterkoeling is ook een mogelijkheid. Proeven tonen aan dat het kan bijdragen aan een hogere voeropname bij lacterende zeugen.
