In 2019 kwamen er 26,9 gevallen van klinische mastitis per honderd koeien voor op Nederlandse melkveebedrijven, in 2020 waren dat er meer: 28,6 gevallen per honderd koeien. Dat blijkt uit gegevens van de MastitisMonitor, meldt de GD.
Over de hele periode van 2016 tot en met 2020 werd het gemiddelde aantal gevallen van klinische mastitis per honderd koeien per jaar geschat op 27. Tussen 2016 en 2019 was er een licht dalende trend van het aantal klinische mastitisgevallen, vanaf 2019 neemt het aantal gevallen langzaam toe.
De stijging hangt hangt volgens de GD samen met onder andere een licht stijgende trend in tankmelkcelgetal, een hoger percentage dieren met een hoog of nieuw hoog celgetal (subklinische mastitis) en een toename in het antibioticagebruik.
Op basis van de Diergezondheidsmonitor Rundvee is gebleken dat de levensduur toeneemt en het percentage oudere koeien stijgt. Deze toename blijkt geassocieerd met hogere individuele celgetallen, een hoger antibioticagebruik en een hoger tankmelkcelgetal.
Optimale uiergezondheid van belang voor langere levensduur
Om de levensduur verder te laten toenemen is een optimale uiergezondheid van belang, aangezien uiergezondheidsproblemen een van de hoofdredenen zijn van gedwongen afvoer. De begeleiding van de uiergezondheid op melkveebedrijven blijft actueel vanuit dierwelzijnsoogpunt en om de gedwongen afvoer te beperken en daarmee het financiële rendement van melkveebedrijven op peil te houden, aldus de GD.