Koeien die melk lekken of melk uitliggen hebben een grotere kans op mastitis. Het tepelkanaal is op dat moment niet meer volledig afgesloten waardoor mastitisverwekkers makkelijker kunnen toeslaan. De Gezondheidsdienst voor Dieren adviseert daarom uitgelegen melk snel te verwijderen.
De uitgelegen melk is bovendien een ideale voedingsbodem voor bacteriën, waardoor de infectiedruk kan toenemen en de kans op besmetting van andere koeien, die met hun uier in deze melk gaan liggen, vergroot. Dit risico wordt nog groter wanneer de uitgelegen melk afkomstig is van een koe met een zichtbare uierontsteking of een verhoogd celgetal. Deze melk bevat vaak al grote hoeveelheden van deze mastitis veroorzakende kiemen. Het is daarom raadzaam, naast het verwijderen van de uitgelegen melk, melk lekken zoveel mogelijk te voorkomen.
Melk lekken heeft verschillende oorzaken. Allereerst speelt de bouw van het tepelkanaal een belangrijke rol. Koeien die melk lekken hebben vaak een korter tepelkanaal met een grotere diameter dan koeien die geen melk lekken. Deze dieren hebben vaak ook een hoge (maximale) melksnelheid. Dit is sterk genetisch bepaald. Dochters van stieren die een hoge melksnelheid vererven hebben een grotere kans op melk lekken. Ook een hoge melkdruk in de uier kan de kans op melk lekken vergroten. Voorkom daarom lange melkintervallen.
Ook als het tepelkanaal niet goed afsluit, wordt de kans op melk lekken groter. Speenbeschadigingen door bijvoorbeeld betrappingen of speenpuntvereelting kunnen hiervan de oorzaak zijn. Daarnaast kan een tekort aan calcium en zink de kans op melk lekken vergroten. Tot slot kan onvolledig uitmelken, als gevolg van een verkeerde melkmethode of een slecht functionerende melkmachine, een rol spelen. Opvallend is dat deze koeien al vrij snel na het melken melk lekken. Op een robotbedrijf kunnen mislukte aansluitingen een oorzaak zijn van melk lekken.