Hoewel er signalen zijn dat hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) nog steeds rondgaat onder wilde vogels in Nederland, leidt dit al meer dan een half jaar niet tot verhoogde vogelsterfte. De vraag is echter of er met de najaarstrek nieuwe varianten van het virus meekomen, die hier verandering in zullen brengen. Daarover schrijft Sovon.
In totaal werden van juni tot en met september 2024 via de invoerportalen van het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Sovon 145 dode watervogels gemeld, tegenover 1619 in dezelfde periode in 2023 en 897 in 2022. Het bleef daarmee, net als in het tweede kwartaal, rustig.
In de eerste negen maanden van het jaar zijn er 273 (bij Sovon en DWHC gemelde) dode vogels ingestuurd voor vogelgrieponderzoek door het Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). In 5% van de gevallen werd HPAI aangetoond. Het betrof vijf Brandganzen, twee Grauwe Ganzen, twee Kleine Mantelmeeuwen, een Grote Canadese Gans, een Kolgans, een Wilde Eend, een Kokmeeuw, een Grote Mantelmeeuw en een Zwarte Kraai. In de voorgaande drie jaren ging het om veel hogere aantallen en percentages die positief testten, namelijk 389 van de 971 (40%) in 2023, 500 van de 1072 (47%) in 2022 en 230 van de 782 (29%) in 2021.
Situatie in omringende landen
Ook in de rest van Europa is het beeld van HPAI onder zowel gehouden als wilde vogels betrekkelijk rustig. In het derde kwartaal werden 88 gevallen van HPAI gemeld, waarvan 63 in wilde en 25 in gehouden vogels, in 16 Europese landen.