Melkziekte, niet te verwarren met slepende melkziekte, is een tekort aan calcium in het bloed. De ziekte treedt meestal op binnen 48 uur na afkalven, maar kan ook vlak voor of tijdens het afkalven ontstaan. Melkziekte komt vrij vaak voor en tast gemiddeld 4 à 6 procent van de melkgevende koeien op een bedrijf aan in een enkel seizoen. Melkziekte is voor de veehouder een dure aandoening door een lagere melkgift, achteraf een verminderde vruchtbaarheid en het risico van sterfte van de meest waardevolle dieren. Meestal treft de ziekte hoogproductieve, ouderekalfskoeien.
Oorzaak
Het tekort aan calcium in het bloed ontstaat doordat na het kalven de calciumbehoefte snel toeneemt voor de productie van melk. Het lichaam van de koe moet zich snel aanpassen aan een veel grotere calciumbehoefte. Calcium is in het lichaam aanwezig in de bloedbaan en zit tevens in de botten. Als er ineens veel calcium nodig is, gebruikt de koe de calciumvoorraad uit het bloed. Later vult de koe deze calciumvoorraad in het bloed weer aan vanuit het bot. Hier gaat een tijdje overheen en in de tussentijd heeft het lichaam een tekort aan calcium.
Verschijnselen
Een koe met melkziekte heeft geen eetlust en is weinig actief. De oren zijn vaak koud. Door het calciumtekort in het bloed functioneren onder meer de skeletspieren niet meer goed. Daardoor kan de koe niet meer overeind komen. Ook de spieren in de verschillende organen, zoals de baarmoeder, de pens, het hart en de darmen, voeren hun functie niet meer goed uit. Er komt geen mest of urine meer. Er kan trommelzucht optreden, doordat de pensbewegingen stoppen. Een deel van de koeien met melkziekte, zo’n 8 procent, gaat dood aan de ziekte.
Koeien kunnen ook lijden aan de veel minder ernstige subklinische vorm van melkziekte. Uitwendig is er aan de koeien niet zo veel te zien, maar doordat onder meer de penswerking is verminderd en de baarmoeder slechter samentrekt, ontstaan wel problemen met digestiestoornissen, zoals lebmaagverplaatsingen en leververvetting, en vruchtbaarheidsproblemen. Daarnaast zal ook het immuunsysteem minder goed functioneren, wat bijvoorbeeld een verhoogde kans geeft op uierontsteking.
Diagnose, behandeling en preventie
Door het herkennen van de klinische verschijnselen en door het meten van het calciumniveau in het bloed van het dier kan melkziekte worden gediagnosticeerd.
De behandeling van melkziekte is erop gericht om de koe van snel beschikbaar calcium te voorzien met behulp van onder andere infusen met calcium en magnesium die direct in de melkader worden toegediend en/of een drench met calciumchloride via de bek (als de koe goed kan slikken).
Wanneer een koe lang op één zijde blijft liggen, zal de doorbloeding van de onderliggende poten vaak ernstig verstoord raken door het gewicht van de koe dat erop ligt. Dan is het noodzakelijk om het dier zeer regelmatig (elke 3 tot 4 uur) op de andere zijde rollen en zo mogelijk minimaal tweemaal daags met spanbanden onder haar borst en buik op beuren om de doorbloeding van de poten te stimuleren.
Een goed rantsoen met een niet te hoog kalium- en calciumgehalte tijdens de droogstand helpt melkziekte te voorkomen, evenals een voldoende magnesiumvoorziening en eventueel het toevoegen van anionische zouten.