Coccidiose is een ernstig probleem binnen de pluimveehouderij en wordt veroorzaakt door een zeer besmettelijke darmparasiet. Directe bedrijfseconomische schade treedt op door sterfte, verminderde groei en slechtere voederconversie en indirect door preventief en therapeutisch gebruik van anti-coccidiosemiddelen. De jaarlijkse wereldwijde schade bij commercieel pluimvee wordt geschat op 2 miljard euro.
Oorzaak
De oorzaak van coccidiose is de eencellige darmparasiet Eimeria waarvan zeven varianten (Eimeria spp.) kunnen voorkomen bij de kip. Bij vleeskuikens spelen vooral Eimeria acervulina, Eimeria maxima, Eimeria mitis en Eimeria tenella een rol. Vleeskuikens kunnen met meerdere coccidiose-soorten tegelijk zijn besmet. De oöcysten (de ‘eitjes’ van coccidiose) zijn zeer resistent en kunnen jarenlang overleven buiten het lichaam.
De oöcysten van de verschillende coccidiose-soorten zijn in principe altijd op het bedrijf aanwezig. Coccidiose leidt alleen tot ziekte wanneer de infectiedruk te hoog is of wanneer de weerstand van het kuiken onvoldoende is. Vanaf het moment dat de eendagskuikens in de stal komen kunnen zij oöcysten opnemen.
De oöcysten van coccidiose kunnen via de lucht, maar ook via schoeisel, van bedrijf naar bedrijf worden overgedragen.
Verschijnselen
Het ziektebeeld is afhankelijk van de Eimeria-soort en de mate van infectie. Daarnaast kunnen er door coccidiose secundaire bacteriële infecties ontstaan. Clostridium– en coccidiose-infectie kunnen elkaar op die manier versterken.
Ziekteverschijnselen door verschillende Eimeria-soorten zijn onder andere: blekere kammen, verhoogde voederconversie, verminderde groei, slechte vertering, diarree en sterfte.
Diagnose, behandeling en preventie
De diagnose kan, met uitzondering van E. praecox en E. mitis, worden gesteld aan de hand van de klinische verschijnselen en het sectiebeeld. De verschillende soorten laten namelijk een vrij specifiek sectiebeeld zien, zie de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren.
Behandeling van een coccidiosebesmetting is moeilijk vanwege de lange wachttijd van de specifieke coccidiose-geneesmiddelen. Als er toch behandeld moet worden tijdens de mestronde, kiezen dierenartsen wel voor Cosumix (antibioticum met korte wachttijd), Amprolium (op attest door het voer, wachttijd 0 dagen), chloor (door het drinkwater, geen wachttijd), Avericox (plantenextract, wachttijd 0 dagen).
Tussen twee mestrondes door, dus bij leegstand, is het belangrijk om goed mechanisch reinigen: de oöcysten gaan niet kapot met ontsmettingsmiddelen, maar zijn wel weg te spoelen. Eventueel kan zwavelzure kalk en ammoniak ingezet worden om de oöcysten in te gipsen, maar dit is moeilijk uitvoerbaar. Ook kunt u de vloer laten branden, flamberen, door een gespecialiseerd pluimveeservicebedrijf: verhitting is de enige manier om de oöcysten af te doden.
De meest gebruikte methode voor voorkómen van coccidiose is momenteel het preventief gebruik van anticoccidiosemiddelen door het voer of drinkwater (toltrazuril).
Bij een nieuwe ronde vleeskuiken kan ter preventie tegen coccidiose ook worden gevaccineerd. Vaccinatie werkt het best in combinatie met hygiënemaatregelen, zoals het ontvetten en ontsmetten van de stal.
Verder is het belangrijk dat de vleeskuikens een goede weerstand opbouwen en dat ze niet met andere ziekten geïnfecteerd kunnen raken. De strooiselkwaliteit is ook van invloed op het optreden van een coccidiose-infectie.
De beste aanpak van coccidiose verschilt per bedrijf. Raadpleeg uw dierenarts voor een advies op maat voor uw specifieke situatie.