Bij de aanvoer van koeien denken melkveehouders nog lang niet altijd aan de mogelijke insleep van verwekkers van uierinfecties. Dat merkt het uiergezondheidsteam van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD).
Als het uiergezondheidsteam met melkveehouders belt als in hun tankmelk de sterk koegebonden mastitisverwekker Streptococcus agalactiae is aangetoond, is aanvoer van koeien, regelmatig ook uit het buitenland, nogal eens de oorzaak. Deze veehouders merken vaak een (soms zeer snel) stijgend tankcelgetal, maar zien geen of nauwelijks een toename van zichtbare mastitis bij hun koeien. Dit is een heel typerend beeld van een S. agalactiae-besmetting. Hoewel S. agalactiae over het algemeen goed is te behandelen, zijn er wel extra maatregelen nodig om overdracht tijdens het melken te voorkomen. Daarom is het van belang aan te voeren koeien ook te screenen op mastitisverwekkers.