Het Equine Herpesvirus (EHV) komt wereldwijd voor. Meestal resulteert infectie met dit virus bij het paard in een verkoudheid, met als mogelijke ziekteverschijnselen koorts, hoesten, een loopneus, verminderde eetlust en dikke benen. Rhinopneumonie kent echter nog twee andere verschijningsvormen: de abortusvorm en de neurologische vorm. Deze vormen kunnen naast de verkoudheidsvorm worden gezien, maar ook zonder voorafgaande verkoudheidsproblemen plotseling optreden. Vrijwel ieder jaar vinden er in Nederland uitbraken van abortus en zieke of doodgeboren veulens plaats en soms komen er ook uitbraken met neurologische verschijnselen, zoals ataxie (lopen als een dronkenman) en verlamming voor. Waarom sommige infecties ernstiger verlopen is nog niet volledig opgehelderd.
Oorzaak
Rhinopneumonie wordt veroorzaakt door een herpesvirus dat twee belangrijke typen kent: het equine herpesvirus type 1 (EHV-1) en equine herpesvirus type 4 (EHV-4). Deze kunnen allebei de luchtwegen van het paard infecteren en zich in het slijmvlies van de neus en van de luchtpijp vermeerderen. Terwijl EHV-4 doorgaans in de neus blijft, kan EHV-1 in een tweede fase via de bloedbaan ook naar talrijke andere organen worden verspreid. Als het virus in de baarmoeder van een drachtige merrie terecht komt, kan dit aanleiding geven tot abortus of de geboorte van een dood of zwak veulen. Het verwerpen treedt vooral op tijdens het laatste trimester van de dracht, maar de infectie heeft dan twee weken tot enkele maanden eerder al plaatsgevonden. Als het virus in het ruggenmerg terecht komt kan dit aanleiding geven tot ataxie (wankel lopen) of zelfs niet meer kunnen staan door verlammingsverschijnselen van meestal de achterbenen en soms ook de voorbenen. Het virus beschadigt niet zozeer het zenuwweefsel zelf, maar tast de bloedvaten aan die het zenuwweefsel van zuurstof en voedingsstoffen moeten voorzien.
Verschijnselen
Rhino komt vaak voor: meer dan 90% van de paarden in Nederland heeft afweerstoffen tegen EHV4 en zo’n 30% tegen EHV1. Meestal gaat het echter om de verkoudheids- of de abortusvorm. De neurologische vorm komt slechts incidenteel voor en wordt altijd veroorzaakt door EHV1. De eerste verschijnselen zijn meestal een wat slappe staart en ataxie. Vaak blijkt dat het paard vooraf koorts had. Eventueel kunnen ernstigere verlammingsverschijnselen optreden waarbij het dier komt te liggen en niet meer in de benen kan komen. Meestal zijn alleen de achterbenen aangetast, in de ernstigste gevallen kunnen ook de voorbenen meedoen. Een verdacht paard kan snel en goedkoop onderzocht worden op EHV1. Daarvoor is een monster uit de neus/keelholte (genomen met een droge neusswab) en/of een EDTA-bloedje nodig. Een combinatie van beide biedt de hoogste kans op een correcte diagnose.
Behandeling en preventie
Indien aangetoond is dat een paard Rhino heeft, en hij rechtstreeks contact heeft gehad met de groep, dan is het advies om het bedrijf een gesloten management aan te laten houden gedurende vier weken. Dit wil zeggen: geen transport van paarden in en uit het bedrijf. Het is ook verstandig binnen de groep het positieve paard te blijven isoleren.
Komt het paard van een besmette stal waar een bewezen infectie met EHV1 is, plaats hem dan altijd in quarantaine (in een apart compartiment, waar geen contact mogelijk is met andere paarden).
Het wordt aangeraden om niet heen en weer te lopen tussen de paardgroepen. Op die manier worden de risico’s van overdracht beperkt. Daarnaast is het sowieso altijd verstandig om u even om te kleden voordat u naar een paardenevenement toe gaat.
Wat toekomstige concoursen betreft: zorg ervoor dat je paard geen rechtstreeks contact heeft met andere paarden. Dit wil zeggen dat je paard aan geen enkel ander paard snuffelt, niet drinkt uit een vreemde emmer, niet eet uit een vreemde voerbak en zeker niet in een vreemde stal gestald wordt. Concreet: laad het paard af om te rijden, vermijd contact met andere paarden en ga na het rijden rechtstreeks terug naar de trailer.