Schaap-Geit

Clostridium

​Clostridium-infecties behoren al jaren tot de belangrijkste oorzaken van plotselinge sterfte van schapen en geiten in ons land. Clostridium bacteriën komen wijdverspreid in de omgeving voor, maar met name in grond. Vaak kan een infectie met clostridium bacteriën pas aanslaan wanneer er sprake is van gunstige omstandigheden (predisponerende factoren), hierbij moet onder andere worden gedacht aan voerveranderingen, verwondingen of parasitaire infecties. Deze factoren kunnen snelle groei van de bacterie faciliteren, met toxinen (gifstoffen) productie en infiltratie van de toxinen in de weefsels tot gevolg. Er zijn veel verschillende soorten clostridium infecties maar vrijwel allemaal kennen ze een zeer snel verloop en in veel gevallen zullen dieren reeds dood worden aangetroffen. Infecties met botulisme (Clostridium botulinum) en tetanus (Clostridium tetani) kennen een wat langzamer verloop. Wanneer aangedane dieren met een clostridium infectie levend worden aangetroffen haalt een behandeling in veel gevallen nt veel uit. Clostridium infecties kunnen het best worden voorkomen door middel van vaccinatie.

Oorzaak

De meest geziene vorm van een clostridium infectie bij schapen in Nederland is enterotoxaemie.  Dit is een aandoening die wordt veroorzaakt door de toxinen van Clostridium perfringens in het maagdarmkanaal. De aandoening kan bij schapen van alle leeftijden worden gezien, maar wordt met name gezien bij jonge snel groeiende lammeren. Voer met een te ruime koolhydraat-eiwit verhouding in combinatie met te weinig structuur is een predisponerende factor. Door het royale aanbod kan Clostridium perfringens zich snel vermenigvuldigen en produceert daarbij grote hoeveelheden toxinen. De toxinen zorgen voor het “lek raken” van de darmwand en bloedvaten. Vaak zijn de dieren al dood voordat klinische verschijnselen als diarree optreden.
Ook bij melkgeiten worden regelmatig problemen door enterotoxaemie gezien. In de melkgeitenhouderij zijn diarree-problemen ten gevolge van Clostridium perfringens veel voorkomend. Afhankelijk van de weerstand van het koppel zal een groot deel van de aangedane geiten opknappen na een behandeling. Hierbij moet wel worden aangetekend dat wanneer clostridium-diarree wordt gezien in een niet-gevaccineerde koppel de behandeling vaak veel minder goed aanslaat en er wel degelijk sterfte optreedt. Vaak zijn vervolgens meerdere vaccinaties in combinatie met rantsoenwijziging nodig om de problemen het hoofd te bieden.

Verschijnselen

In de afgelopen jaren zijn bij pathologisch onderzoek regelmatig clostridium bacteriën aangetoond in de baarmoeder van schapen en geiten, die kort daarvoor hadden afgelammerd. Ook werden in die gevallen duidelijke afwijkingen aan de baarmoederwand waargenomen. Uit verhalen van houders bleek dat meerdere dieren, zonder dat er was ingegrepen tijdens het aflammeren, binnen 48 uur na het aflammeren vrij plotseling stierven. Vaak was er een blauwverkleuring van de uier zichtbaar, zonder dat er sprake was van ontsteking  van de uier. Ingezette behandelingen haalden niets uit. Na het stellen van de diagnose en het laten uitvoeren van een vaccinatie waren de problemen in regel vrij snel voorbij.

Behandeling en preventie

​Door het snelle verloop van de aandoening zal een behandeling in veel gevallen te laat worden ingezet. De nadruk zal door het snelle verloop meer liggen op preventie van ziekte door clostridium bacteriën. Hierbij speelt vaccinatie een belangrijke rol. Er zijn in Nederland twee typen vaccins geregistreerd: een vaccin dat toxoid bevat van 10 typen clostridium bacteriën en een combinatievaccin (enterotoxaemie-pasteurellose-vaccin), dat toxoid bevat van 7 typen clostridium bacteriën. In de laatste jaren worden steeds vaker clostridium-infecties in baarmoeder vastgesteld bij pathologisch onderzoek van schapen en geiten die binnen 48 uur na het aflammeren zijn gestorven. In veel gevallen wordt in de baarmoeder Clostridium sordellii aangetoond. Van deze bacterie zit geen toxoid in het combinatievaccin.
Naast vaccinatie is het voorkomen van voedingsfouten en plotselinge voerveranderingen belangrijk.

Lam Clostridium 1
Foto’s: Faculteit Diergeneeskunde, Utrecht.

U hebt zojuist een Premium artikel gelezen.
Wilt u onbeperkt artikelen lezen op veehouderenveearts.nl, neem dan contact op met uw dierenarts
Meer over:
Schaap-Geit
Deel dit bericht: Facebook Twitter LinkedIn

Veehouder & Veearts volledige toegang

Nieuwsbrief Wilt u volledige toegang tot de website en het magazine thuis ontvangen? Neem dan contact op met uw dierenarts.