Paarden met artrose hebben te kampen met gewrichtslijtage. De vloeistof en het kraakbeen die ervoor zorgen dat de botten in het gewricht soepel blijven bewegen, worden aangetast. De meest voorkomende plaatsen waar artrose voorkomt zijn de benen en de hals. Artrose is een chronische degeneratieve aandoening en kan niet worden genezen. De aandoening kan hooguit worden geremd.
Oorzaak
Kraakbeen en gewrichtsvloeistof werken als scharniermiddelen in een gewricht. Kraakbeen zorgt ervoor dat het weefsel weerstand kan bieden aan de belasting waar het aan wordt blootgesteld. Sommige delen van het gewricht ondergaan de hele dag door een relatief kleine, statische belasting als het paard staat. Andere delen van het gericht worden alleen belast als het paard beweegt en krijgen dan te maken met een korte en hoge belasting. Ieder deel van het gewrichtoppervlak heeft dus een eigen belastingkarakteristiek. Omdat de eisen die aan weefsel worden gesteld voor de verschillende soorten belasting verschillend zijn, past het weefsel zich hierop aan. Dat proces noemt met functionele adaptatie en vindt in de eerste maanden na de geboorte plaats onder invloed van de belasting waaraan het wordt onderworpen. Na deze periode liggen de eigenschappen van het kraakbeen vast en kunnen dan niet meer worden veranderd. Als op een latere leeftijd de belasting van het kraakbeen dusdanig afwijkt van de belasting in de functionele adaptatie fase, dan kan het kraakbeen daar schade van ondervinden. Die schade is de oorzaak van artrose bij het paard.
Verschijnselen
Artrose kan zich op verschillende plaatsen in het paardenlichaam manifesteren. Er zijn dan ook verschillende symptomen van artrose te onderscheiden. Een paard met artrose in de hals heeft bijvoorbeeld moeite om zijn hals te strekken en te buigen. Wanneer de artrose zich in de kaak bevindt, zal het paard moeilijkheden hebben met kauwen. Dit kan zich uiten in scheef kauwen, of aan één kant kauwen. Artrose komt vaak in de benen van het paard voor. Artrose in de benen kenmerkt zich vaak door (start)stijfheid, onregelmatig lopen en later (aanhoudende) kreupelheid. Het paard wil zo min mogelijk bewegen en kan in sommige gevallen moeite hebben met opstaan.
Behandeling en preventie
Artrose is een chronische aandoening en kan niet worden genezen. Wanneer het gewrichtskraakbeen eenmaal is beschadigd, zal dit niet meer herstellen tot de oorspronkelijke kwaliteit. Wel is er een aantal pijnbestrijdingsmiddelen waarmee de symptomen van artrose, al dan niet tijdelijk, kunnen worden verlicht. Artrose kent verschillende stadia. In een vroeg stadium kan een paard bijvoorbeeld baat hebben bij ontstekingsremmers. Ook voedingssupplementen met glucosamine/chondroïtine en speciaal hoefbeslag zouden een paard met artrose kunnen helpen. Om de gewrichten soepel te houden, is het goed om het paard volgens een aangepast programma te laten bewegen en erop te letten dat het paard niet te zwaar wordt. In een later stadium van artrose, waarin er bijvoorbeeld sprake is van verandering in de botstructuur, wordt de behandeling vaak intensiever en heeft het behandeltraject over het algemeen een minder gunstige prognose.
Om te voorkomen dat een paard artrose krijgt, is het belangrijk dat het paard op de juiste wijze wordt getraind en belast. Pas de training aan op de leeftijd en het niveau van het paard en bouw de training langzaam op om overbelasting te voorkomen. Daarnaast is een goede trainingsbodem essentieel. Geef het paard naast een passende training ook voldoende vrije beweging. Ook aangepaste voeding en een gezond gewicht van het paard kunnen helpen artrose te voorkomen. Zorg ervoor dat de hoeven van het paard regelmatig worden gecontroleerd en bekapt. Tot slot is het van belang dat blessures en gewrichtsletsels zo spoedig mogelijk na het ontstaan worden behandeld zodat ze zo goed mogelijk genezen.