CEM is de afkorting voor het Engelse Contagious Equine Metritis, vertaald naar het Nederlands is dit besmettelijke baarmoederontsteking.
Oorzaak
Deze baarmoederontsteking wordt veroorzaakt door de bacterie Taylorella Equigenitalis. Deze bacterie komt voornamelijk voor bij volbloeden. De bacterie is niet op andere diersoorten of mensen overdraagbaar en vormt dus geen gevaar voor eigenaar of berijder. Deze infectie werd voor het eerst vastgesteld in Engeland in 1977. In Nederland werd voor het eerst de diagnose CEM gesteld in 1987. Sindsdien komt de ziekte in Nederland voor en bij ongeveer 1% van de paarden kan de bacterie worden aangetoond.
Verschijnselen
De bacterie veroorzaakt bij merries die voor de eerste keer in aanraking komen met Taylorella Equigenitalis een baarmoederontsteking die varieert van licht en nauwelijks zichtbaar tot ernstig met een vieze, grijze uitvloeiing zonder enige verdere ziektesymptomen. Deze baarmoederontsteking is van voorbijgaande aard en zorgt voor tijdelijke onvruchtbaarheid. In een aantal gevallen breken de merries alleen op en worden weer hengstig. Deze symptomen blijven enkele dagen tot weken aanwezig en treden op ongeveer twee dagen tot twee weken na infectie. Na een infectie blijven de meeste merries drager van de bacterie, dit betekent dat de merries zelf niet meer ziek worden maar wel de bacterie nog bij zich dragen.
In de weinige gevallen dat er toch een veulen verwekt wordt bij een besmette merrie, zal dit veulen vanaf de geboorte drager zijn van de kiem. Dit komt meestal pas naar voren als ze geslachtsrijp zijn en worden getest op CEM.
Hengsten zijn symptoomloos drager van de bacterie. Aan de hengst is niets te merken maar hij kan de bacterie wel bij zich dragen en verspreiden.
Taylorella Equigenitalis houdt zich schuil in de geslachtsorganen van merrie en hengst. Bij de merrie is dit, na de acute baarmoederontsteking, voornamelijk in de clitoris en de cervix of baarmoedermond. Bij de hengst vinden we de kiem terug op verschillende plaatsen op de penis en de voorhuid. Besmetting met Taylorella Equigenitalis gebeurt meestal door dekking met een hengst die drager is. Het besmettingsgevaar is vrij groot, iedere dekking heeft grote kans op infectie.
Daarnaast kan de kiem zich ook verspreiden via geïnfecteerd sperma en via materiaal dat gebruikt wordt bij kunstmatige inseminatie. Hengsten vormen de grootse bron van infectie. In onbehandelde hengsten kan de bacterie maanden tot zelfs jaren persisteren.
Verspreiding van T. equigenitalis en van CEM kan plaatsvinden via de internationale handel in paarden. Daarom is CEM opgenomen in de lijst van importeisen voor het exporteren van paarden naar bepaalde landen. Verder wordt door de EU vereist dat paarden op CEM worden onderzocht als ze worden ingezet op dekstations.
De diagnostiek van CEM gebeurt aan de hand van de kweek van swabs die genomen worden bij het betreffende paard. Bij de hengst zijn de aangewezen monsterplaatsen urethra, fossa en diverticulum urethralis en preputium. Dit zijn allemaal plaatsen op en rond de penis van de hengst. Ook uit voorvocht kan de kiem geïsoleerd worden. Bij de merrie zijn dit fossa en sinussen van de clitoris en het endometrium of baarmoederslijmvlies tijdens het begin van de oestrus.
Bij merries kan tevens bloed afgenomen worden in de acute fase van de infectie om tot een diagnose te komen, bij hengsten is dit niet mogelijk.
Behandeling en preventie
Hiervoor moet het geslachtsapparaat van merrie en hengst grondig gewassen worden met desinfecterende zeep, waarna antibioticumzalf wordt aangebracht. Deze behandeling moet gedurende negen dagen worden volgehouden. Daarnaast moet bij de merrie de baarmoeder behandeld worden met antibioticum. Behandeling is niet altijd succesvol de eerste keer en moet soms herhaald worden. Of de behandeling succesvol is , kan bepaald worden door een controleswab. Als de behandeling niet aanslaat kan bij de merrie de clitoris verwijderd worden, aangezien de bacterie in de clitoris het makkelijkst kan overleven.
Merries en hengsten die ooit geïnfecteerd waren bouwen maar weinig immuniteit op. Dit wil zeggen dat ze niet bestand zijn tegen een nieuwe infectie en makkelijk opnieuw ziek en drager kunnen worden.
In tegenstelling tot onze buurlanden is in Nederland CEM niet aangifteplichtig. Engeland, de Verenigde Staten en Canada nemen voorzorgs -en veiligheidsmaatregelen om hun volbloedpopulatie te beschermen, zij zijn CEM vrij. Goedgekeurde dekhengsten worden verplicht gescreend voor CEM, aangeboden merries daarentegen worden enkel gecontroleerd als het om een natuurlijke dekking gaat.
Uiteraard is een goede hygiëne bij dekking en kunstmatige inseminatie van groot belang.